Snoei- en ander takhout van bomen kan los op elkaar worden gestapeld tot takkenhopen. De takken kunnen ook in de lengte op elkaar worden gestapeld, eventueel tussen rijen palen.

We spreken dan van een takkenwal of houtril. De hoogte van een takkenwal of houtril ligt meestal tussen de één en anderhalve meter.

Zo’n element biedt schuil-, broed- en overwinteringsplaats aan zoogdieren zoals(spits)muizen, egel en wezel , amfibieën b.v. en vogels zoals winterkoning en heggenmus.

Ook insecten weten deze plekjes te waarderen, zoals pissebedden, vlinders, solitaire bijen en wespen, als ook een overwinterende citroenvlinder.

Daarnaast vormt het voor paddenstoelen, varens, algen en andere plantensoorten een uitstekend verblijf met voldoende voedsel in het dode hout. Zo vindt u er onder meer de volgende paddenstoelen: elfenbankjes, fluweelpootje, meniezwam, de witte plakkaatzwam, paarse en gele korstzwam en het groot dooiermos.

Waar bouwen we een takkenril?

• plekken in, naast of aan de rand van het element waar het hout vandaan komt:

• in randen van boomgaarden en bossen: hierdoor hebben dieren meer schuilgelegenheid tegen predatoren en meer beschutting tegen extreme weersomstandigheden;

• in of naast een overhoek, ruigtestrook en dergelijke: vooral kleine zoogdieren en amfibieën zullen zo’n takkenhoop, takkenwal of houtril eerder vinden dan een meer geïsoleerd liggende hoop.

 

Een takkenril bij u in de tuin.

Een takkenril kan al snel gerealiseerd worden, ook in een kleine tuin heb je snoeiafval waarmee je een takkenril kunt bouwen en je verbazen over het leven dat dit met zich meebrengt.

 

Met dank aan Stadsbeheer.